Samenvatting van de belangrijkste gestelde eisen.
In het asbestverwijderingsbesluit 2005 en het gewijzigde Arbo- besluit 2006 is voor de aanvraag van een
sloopvergunning, maar ook voor bijna alle verwijdering van asbest een asbestinventarisatie verplicht gesteld.
Dit houdt in dat een gecerfticeerde asbestverwijderingsbedrijf geen asbest meer mag verwijderen, zonder
dat er in een inventarisatierapport is vastgelegd dat voorafgaand aan de verwijdering onderzoek van alle
ruimten en eenheden heeft uitgewezen naar de aanwezigheid van asbest.
De uitzonderingen:
Indien een gebouw na 1994 is gebouwd.
Pakkingen en leidingen behorende bij het ondergronds openbaar netwerk.
Particulieren kunnen zelf tot maximaal 35 m 2 per kadastaal perceel hechtgebonden geschroefd
plaatmateriaal of niet gelijmd vloerzeil verwijderen.
De opdrachtgever dient op het volgende te letten:
Alleen een gecertificeerd bedrijf mag een inventarisatie uitvoeren. Deze bedrijven zijn terug te vinden op
www.ascert.nl.
Volledig Onderzoek:
Dit is een inspectie waarbij met behulp van alleen handgereedschap de inventarisatie wordt uitgevoerd.
Dit onderzoek vindt plaats als de bouwkundige eenheid is verdacht op de aanwezigheid van asbest of als er
voor het gehele bouwwerk een sloopvergunning is vereist. Aan de hand van dit onderzoek kunt u een
sloopvergunning aanvragen.
Onderzoek met destructieve handelingen:
Dit een onderzoek dat tijdens, of voorafgaand aan een bouwkundige sloop wordt uitgevoerd.
Het onderzoek vindt plaats als het vermoeden bestaat op de aanwezigheid van asbest welke niet direct
toegankelijk en zichtbaar is. Bijvoorbeeld onder vaste vloeren , wanddelen en plafonds.
Dit onderzoek wordt uitgevoerd als voorwaarde op de vergunning en in samenwerking met het
inventarisatiebureau en eventueel een asbestverwijderingsbedrijf.
Uitsluitingen voorkomen:
Als u als opdrachtgever voor de voorkennis zorgt waar het asbest zich zoal bevindt zal dit de kans op
volledig slagen van het onderzoek vergroten. Dit kunt u doen door tekeningen, bestekken e.d. aan te leveren
aan de inspecteur. Tevens dient de inspecteur in ten tijde van het onderzoek de mogelijkheid te krijgen om
alles te onderzoeken, zoals onder de vaste vloerbedekking en achter koven. U bent verplicht te zorgen voor
een onbelemmerde en passende toegang van alle ruimten.
Het NEN 2991 onderzoek:
NEN 2991 onderzoek bepaald het potentieel en actueel risico voor de gezondheid. Dit onderzoek wordt
uitgevoerd als de er tijdens een asbestonderzoek een asbestverontreininging wordt aangetroffen.
De inhoud van het rapport:
In het inventarisatierapport staan de bronnen vermeld met bijhorende foto’s en tekeningen. Er dient een
analyse van ieder type bron te zijn verricht door een geaccrediteerd laboratorium. Per bron wordt de
risicoklasse vermeld onder welke de verwijdering zal plaatsvinden.
Er zijn 3 risicoklassen:
Risicoklasse 1. Het wordt aanbevolen om deze door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf te laten uitvoeren, hoewel dit niet verplicht is.
Risicoklasse 2. Deze moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf.
Risicoklasse 2a. Deze moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf en hiervoor geldt een specifiek verzwaard regime.
Het inventarisatiebureau is verantwoordelijk voor het toewijzen van de risicoklasse. Deze kan daarbij gebruik
maken van een gevalideerd systeem of kan hiertoe metingen uitvoeren conform de (concept) NEN 2939.
U dient er rekening mee te houden dat een reeds uitgevoerde inventarisatie die is uitgevoerd onder de
indertijd geldende SC540 geactualiseerd dient te worden. Vaak houdt dit in dat er nog een bepaalde
risicoklasse bepaald dient te worden of dat de uitsluitingen nader onderzocht dienen te worden.
Een inventarisatie is in principe drie jaar geldig. Na drie jaar wordt nader bekeken of actualisering
noodzakelijk is.